Tag Archives: vuvuzuele

Nederland- Uruguay. Het was even stil in Amsterdam.

7 jul

‘Je hoort helemaal niets,’ merkte vriendje P. op, terwijl we met z’n tweeën op het balkon stonden van vriendinnetje D. Normaal gesproken hoor je rond een uur of tien trams, claxonnerende taxi’s en scheurende auto’s in de Amsterdamse binnenstad. Maar nu Nederland tegen Uruguay de halve finale speelde, was het doodstil in Amsterdam. Vriendje P. maakte  er acuut een filmpje van.

Waar iedereen dan wel was? Binnen voor de tv natuurlijk. Of de mensen stonden buiten ademloos voor een groot scherm te kijken. Want lieve mensen, het ging wel om de halve finale.

Als we die zouden winnen, dan betekende dat ’t Nederlandse elftal automatisch in de finale van het WK belandde. En tjongejonge, dat wilden we toch allemaal.

Mijn generatie kan zich nog wel vaag het EK uit 1988 herinneren, maar let’s face it, dat is ook alweer 22 jaar geleden. Laat staan die traumatische WK-finales uit 1974 en 1978 waar onze vaders tot op de dag van vandaag nog steeds zwetend van wakker kunnen worden. Wij weten niet eens hoe dat voelt, zo’n finale. Al slaan we de traumatische verliezen weer liever over.

Daarom was die halve finale zo spannend.

Ik, vriendinnetje D, het Turkse meisje en vriendje P. keken weer samen
. Never change a winning team. ( Voor wie het interesseert: Vriendlief heeft ’t inderdaad – samen met andere voetbalminded mannen- bekeken in een kroeg). En dus gilden, schreeuwden en dronken we als vanouds. Vooral op ’t moment toen de oude rot Van Bronckhorst de eerste bal voor Nederland in het goal trapte. Dat was een mooi moment. Het gejoel was niet van de lucht. Zowel in de woonkamer als buiten op straat.

Dat veranderde na de gelijkmaker van Uruguay. Was niet zo leuk. Ik ging van schrik weer achter de computer zitten. Want dat doe ik altijd als we achterstaan, achter de computer zitten en twitteren maar. Leverde me een op hoop leuke tweets op, Al zeg ik het zelf, maar een paar vrome mensen gingen me van de schrik meteen ontvolgen. Geeft niet hoor, kan ik best tegen.

Waar ik alleen niet tegen kon, was ’t feit dat mijn positie achter de computer dit maal niet hielp. ‘Het wordt tijd dat jij voor de tv gaat zitten Spoelstra,’ riep ’t Turkse meisje. ‘Want dit helpt natuurlijk niet.’ En dus nestelde ik me weer in de roze majesteitelijke stoel van vriendinnetje D. En verrek het hielp. Na ja, dat vond ik fijn om te geloven, dat ik bijdroeg aan het tweede doelpunt, gemaakt door Wesley Sneijder. Amsterdam ontplofte buiten bijkans. Helemaal nadat Robben de 3-1 scoorde. Ooit eens een stad in zijn voegen horen kraken? Geen probleem, laat het nationale elftal een halve finale spelen.

En daarna werd het weer doodstil in Amsterdam. Ja, we hadden bijna het einde bereikt, maar wat was het zenuwslopend. Voor iedereen in Nederland. Zeker in Amsterdam. En omdat ik even de spanning niet meer aan kon, vluchtte ik naar het balkon. Daar hoorde je aan de overkant van de binnentuin zelfs een duif met zijn vleugels klappen. ‘Dit is wel heel bijzonder,’ fluisterde vriendje P. die naast me was komen staan. En na het ’t opnemen van dit stiltemoment, renden we weer naar binnen.

Vijftien helse minuten later, waarin Uruguay nog één keer scoorde, werd het fluitsignaal gegeven door de scheidsrechter. Voetballers op tv vlogen elkaar om de hals, de supporters ook en wij dansten door de kamer. Buiten bliezen de vuvuzuela’s, knalden mensen hun vuurwerk af en was het een kakofonie aan geschreeuw, gezang en gegil. Jan Steen had er leuk tafereeltje van kunnen schilderen. En daarna duurde het lang voordat het stil werd in Amsterdam. Gelukkig hebben we altijd het filmpje nog.